Direct na de geboorte wordt bij je baby de Apgarscore bepaald. Deze score geeft globaal aan wat de lichamelijke conditie is en of hij/zij goed uit de bevalling is gekomen. De score is een cijfer tussen de 0 en 10. Hierbij geldt: hoe hoger het cijfer, hoe gezonder het kindje.
Om een cijfer te geven wordt er een onderzoek uitgevoerd, waarbij er op 5 factoren wordt gelet: kleur van de huid, hartslag, reactie op prikkels, spierspanning en ademhaling. Elk onderdeel krijg een score tussen de 0 (slecht), 1 (zwak of weinig) en 2 (goed). Deze punten worden bij elkaar opgesteld en hieruit komt het cijfer tussen de 0 en 10.
Het is heel normaal dat je baby geen 10 scoort, een score tussen de 7 en 10 is goed. Als je baby tussen de 4 en 6 scoort, is er nog niets ernstigs aan de hand, maar het geeft wel aan dat je baby het lastig heeft gehad tijdens de bevalling. Als je baby lager scoort dan een 4 moet er direct ingegrepen worden.
De Apgarscore wordt direct na de geboorte gegeven en nogmaals 5 tot 10 minuten later. Bij de tweede keer is het cijfer vaak hoger.
Lees ook deze blogs over de bevalling en de apgarscore:
- Apgar-score wat is dat precies?
- De uitdrijvingsfase van de bevalling.
- Zuurstoftekort in het bloed van de baby na de geboorte.